Materia
Prima
- In
den beginne
- droomt
God de wereld :
- Geen
voetstap en geen vleugelslag,
- nog
geen vis is gestrand
- tussen
vier poten in het lawaai
- van
de overdonderende zuurstof.
- In
mijn droom sta ik al tot de
knieën
- in
donker water. Een
splinter licht
- ontglipte
mijn hand en vormde in de modder
- een
lichaam,
een dam tussen mij
- en
het verloren vuur
- en
achter mijn bezweet voorhoofd
- weet
ik niet wie dit is, noch
- waar
zijn geduldig reïnkarnerende
vingeren
- mij
zullen vinden, na hoeveel vergeefse
voortplanting,
- o,
en ik kan maar niet wakker
worden.
-
|
uit :
Verzamelde gedichten
Manteau
Antwerpen/Amsterdam
Copyright
erven Jotie T'Hooft, Gent
ISBN 90
223 0712 X
D 1982
0065 71
|

|